Bij dit vak heb ik geleerd om verschillende theorieën toe te passen in mijn coachtraject. In het begin heb ik veel moeite ervaren bij het toepassen van de Transactionele analyse maar door veel te oefenen met klasgenootjes en elkaar tips te geven heb ik succes ervaringen gehad met de Transactionele analyse. Wat ik zo mooi vindt aan deze theorie is dat je iemand bewust kan maken van de rollen die deze persoon heeft en hierbij heeft je coach de regie over de rol die hij het beste vindt passen bij hem. Door het stellen van kritische vragen kan het wel voorkomen dat de coach zich uiteindelijk in een andere rol gaat plaatsen. Op deze manier betrek jij je coach actief bij het gesprek. In mijn coach traject heb ik dit toegepast en zo is mijn coach zich bewust geworden van een oneerlijke rol die hij had bij een cliënt die dit niet verdiende.
Door de verschillende posities van de systemen boven tafel te krijgen kan je ervaren waar het mis gaat en kan je als coach het systeem verder helpen. Zo vindt ik de wetmatigheden van Hellinger goed om te gebruiken tijdens coaching, zo kan je zien waar er iets mis is in het systeem, hoe een goed werkend systeem eruit hoort te zien, waar er stoornissen kunnen zitten en hoe je dit op zou kunnen lossen.
E-coaching is een vorm waarbij we coachen via de e-mail. De uitdaging hier voor mij is dat ik ga zoeken naar de relevantie, kwaliteit, dat ik helder blijf, duidelijk ben en kort maar kracht blijf. Dit gaat een uitdaging worden, omdat ik altijd groot van stof ben en veel wilt vertellen om mezelf zo goed mogelijk uit te drukken. Ik hoop in deze cursus iets meer te leren over kort maar krachtig schrijven en keuzes te leren maken tussen hoofd- en bijzaken.
Van de ethologie is mij het meest bijgebleven dat je in je organisatie verschillende mensen nodig hebt met een verschillende positie, waarbij de ene meer gericht is op de mensen en de ander is meer gericht is op het resultaat om je doel te kunnen bereiken of om een product te kunnen ontwikkelen. Het is naar mijn idee dan vooral belangrijk dat je leert inzien waar je goed in bent en van deze krachten gebruik maakt en wanneer je iets niet goed kunt dat je dan hulp vraag aan de juiste persoon. Van de ethologie neem ik ook mee dat het belangrijk is dat iemand zich veilig moet voelen in de organisatie om goed te kunnen werken. Hoe veiliger jij je voelt hoe nieuwsgieriger je bent. Alleen door de verschillen die de mensen hebben kunnen de referentiekaders uit een lopen, dit is wel het gevaar en hierdoor kan het misgaan. Het is belangrijk om te achterhalen wat de ideeën van elkaar zijn en dit met elkaar te overleggen en duidelijk voor ogen te hebben.
De positieve psychologie maakt gebruik van de sterke kanten die iemand al bezit. In mijn coaching vind ik het belangrijk om te kijken naar de sterke kanten van mijn coachee en mijn coachee hierop te belonen. Ik ben ervan overtuigd dat dit helpt om presentie met iemand te verkrijgen. Betrokkenheid, tevredenheid, zelfvertrouwen, persoonlijke ontwikkeling en motivatie staan centraal bij de positieve psychologie. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat je deze kwaliteiten op je eigen manier kan toepassen om beter aan te sluiten op je coachee en je coachee te laten groeien.
In de positieve psychologie is dankbaarheid belangrijk. Persoonlijk vind ik dat we dankbaarheid meer mogen benadrukken. In mijn coaching wil ik dankbaarheid dan ook meer naar voren brengen. Dankbaar zijn voor de kleine dingen om zo iemand meer in zich zelf te laten geloven. Dankbaarheid zorgt voor sociale gedrag. Dankbaarheid van mijn cliënten en coachee maakt het voor mij makkelijker om mijn werk te doen.
Belonen en positiviteit zijn voor mij twee belangrijke dingen in het coachen. wanneer iemand verwacht dat er iets fout gaat, dan maakt dat dit ook sneller fout gaat. Door de verwachtingen te verplaatsen naar positiviteit en successen durven zien maakt een coachtraject succesvoller. Voor mij als coach is het belangrijk om kleine successen te zien en dit te blijven vieren. Als je dingen positiever in gaat zien ben je ook makkelijker oplossingsgericht als er iets fout gaat. Ik wil mijn coach mogelijkheden laten inzien in plaats van te kijken naar de moeilijkheden.
Bij positiviteit vindt ik hoop ook erg belangrijk. wanneer je ergens hoop voor hebt denk ik dat je er gemakkelijker naar kunt streven. Bij hoop ligt de focus op het bereiken van een doel, waarbij er wordt gekeken naar de motivatie en de planning. Om zo je doel te bereiken. Persoonlijk merk ik als ik dit op orde heb dat het voor mij makkelijker is om een doel te bereiken en ik dit neem ik dan ook mee in mijn coachtraject. Mensen die hoop hebben, zijn makkelijker in het zoeken naar alternatieve oplossingen wanneer de bedachten oplossing niet blijkt te werken.
Bandura heeft het over zelfcontrole en dat je daarbij zelf je doelen en strategieën moet opstellen en hanteren om je doelen te bereiken. Dit vindt ik belangrijk, omdat ik altijd alles eerst voor de ander wilde oplossen, maar dan bereik je veel minder en het kost jou meer energie. Bij onveilige situaties en rommelige situaties is het voor mij het veiligst om de situaties zo te organiseren dat het voor mezelf veilig voelt. Alleen het gaat niet om mij, maar om mijn coachee. De problemen van de ander kan ik niet oplossen maar ik kan ze wel helpen door de juiste vragen te stellen. Waarbij zelfrespect ook ontzettend belangrijk is om voor jezelf goede keuzes te kunnen maken en te kunnen groeien, maar dit kan moeilijk zijn.
Vanuit de NLP methode neem ik mee dat ieder persoon uniek is en dat iedereen een eigen stijl heeft. Vanuit de NLP neem ik daarbij ook mee dat iedereen een andere betekenis heeft voor bepaalde woorden. Het is als coach belangrijk om de woorden die je coach gebruikt te onderzoeken en ontdekken wat deze begrippen voor je coachee betekend.
Verder vindt ik het belangrijk om een welomlijnd doel op te stellen, wat in positieve termen wordt beschreven. Zodat je focus ligt op het positieve. In het doel speelt de coach een actieve rol, wat aanzet tot actie. De doelen moeten niet te groot zijn. Waarbij motivatie een belangrijke bron is om te werken aan het doel. Vaardigheden, technieken en innerlijke hulpbronnen zijn de middelen om het doel te bereiken. Het is goed om deze onderdelen in het coachgesprekken duidelijk te hebben, zodat het voor de coachee makkelijker kan zijn om het doel te bereiken.
Het is moeilijk om de ander zijn narrativiteit te verstaan. Ieder menselijk verhaal is namelijk een bepaalde subjectieve constructie van betekenisgeving over de hem omringende wereld. Als coach probeer ik mijn coachee zijn verhaal te verstaan door het stellen van kritische vragen. In eerste instantie laat ik mijn coachee zijn eigen narratief vertellen en later wil ik vanuit andere oogpunten het narratief onderzoeken en verder bekijken om mijn coachee zijn verhaal te laten begrijpen, maar ook om zelf het verhaal te verstaan. Ik noem het verstaan want je kan iemand zijn narratief nooit begrijpen, omdat ieder persoon zijn dingen op zijn eigen manier ervaart. Als coach ontwar ik het verhaal van mijn coachee. Zodat we beiden begrijpen waar het verhaal over gaat en dat we de zelfde betekenis geven aan bepaalde woorden en dat tegenstrijdigheden en verwarrende uitspraken (de verhaalknopen) duidelijk worden. In het verhaal ga ik op zoek naar verhaalknopen om ergens dieper op na te vragen en mijn coachee daarbij ook kritische te laten reflecteren.
Bij coach context hebben ik geleerd om mijn coachee te bekijken uit verschillende contexten, dit te koppelen met theorie en doormiddel van een aannamen kijken of het onderzochte klopt. Door dit onderzoek heb ik mijn coachee beter leren kennen en dit heeft er voor gezorgd dat ik gemakkelijk kon aansluiten bij mijn coachee. Mijn coachee is daarbij open geweest en heeft veel over zich zelf verteld. Waardoor we na dit onderzoek uiteindelijk bij zijn doel zijn gekomen. Dit onderzoek heeft mij veel tijd gekost, omdat je alle kanten om kan. In het vervolg ga ik mijn coachee wel onderzoeken op verschillende contexten, maar kader ik dit meer af, zodat hier niet te veel tijd in gaat zitten.
Door onderzoek naar mezelf te doen ben ik mezelf beter gaan leren kennen. Persoonlijk denk ik dat het belangrijk is dat je jezelf redelijk kent om iemand anders te kunnen coachen. Om zo overdracht en tegenoverdracht te voorkomen. Dus dat jij jezelf niet te betrokken gaat voelen bij de situatie en dat je helder naar de situatie kan blijven kijken. Tijdens dit onderzoek hebben we van verschillende theoretische modellen gebruik gemaakt om naar ons zelf te kunnen kijken. Deze modellen kan ik in mijn coaching ook kunnen toepassen, om mijn coachee zichzelf te laten leren kennen. Daarbij heb ik ontdekt dat ik altijd de ander graag vooropstel en daarbij vergeet te kiezen voor mezelf. Door mij hier bewust van te worden ben ik beter geworden om voor mezelf te kiezen. Ik vind het daarbij prettig om altijd in mijn comfort zone te blijven, alleen met het coachen heb ik ervaren dat dit niet altijd nodig is en dat je hier juist meer uit kan halen om eens iets anders en geks te doen en daarbij van mijn planning af te wijken. Het coachen heeft ervoor gezorgd dat ik ben gegroeid in mijn kwaliteiten en de dingen waar ik niet zo goed in was ben ik door het coachen beter in geworden. Hierbij heb ik ervaren dat ik negatief in het leven stond, maar door de lessen van de minor en door dit onderzoek heb ik geleerd en ervaren om positiever te kijken en hier meer voordeel uit te halen. Waarbij ik niet altijd in problemen moet denken maar juist in oplossingen en dit probeer ik dan ook in mijn coaching naar de voorgrond te brengen. Zo zijn er verschillende kwaliteiten die ik in het onderzoek ontdekt heb over mezelf.
Tijdens de lessen van aankomen in de haven ben ik erachter gekomen dat ik daadwerkelijk wel kan coachen en dat ik kritische vragen kan stellen. Ik ben mezelf op het gebied van coachen gaan waarderen. Daarbij heb ik ervaren dat er zeker ook successen zijn. In het begin had ik het gevoel dat ik geen goede coach was, omdat ik geen idee had wat ik ging doen. Maar door te oefenen, reflecteren en het bespreken van mijn casussen ben ik gaan ervaren dat ik een steeds betere coach ben gaan worden. In het begin ervaarde ik veel moeite dat in niet letterlijk een lijstje voor mijn neus kreeg met wat ik moest doen om mijn coachee goed te kunnen coachen. door middel van mijn supervisie bijeenkomsten ben ik mij bewust geworden dat er wel degelijk lijstje zijn die je kan gebruiken, maar dat het vooral belangrijk is om te zoeken wat het beste bij je coachee past. Het is het traject van je coachee en hij moet verder groeien. Het is niet de bedoeling dat ik als coach alles voor mijn coachee ga doen. Door het eigen maken van de theorieën en het oefenen op school heb ik ook ervaren dat ik een betere coach ben geworden
Banning, H. & Banning-Mul, M. (2010). Narratieve begeleidingskunde. Bannink, F. (2019). Positieve psychologie in de praktijk. Amsterdam: Hogrefe uitgevers. Dieterich, C. (2019). Steun in de rug bij het lezen van Joep Dohmens artikel over autonomie. Reader betrokkenheid versus distantie. Van Delft, F. (2016). Overdracht en tegenoverdracht. Amsterdam: Boom uitgevers. O’Connor, J. & Seymour, J. (2016). NLP-gids voor optimaal functioneren. Haarlem: de Toorts. Ribbers, A. & Waringa, A. (2018). E-coaching, direct aan de slag met het nieuwe coachen. Amsterdam: Boom uitgevers. Wouters, J. & van Krieken, I. (2012). Haal meer uit jezelf in de professionele samenwerking. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.